Laughing Bastards: interview

“Live optreden is voor mij onvergelijkbaar en veruit het beste.”

 

Michel Mast is al vijftig jaar muzikant en organiseert verschillende muziekevenementen. Hij bracht al heel wat muziek uit en speelt in meerdere bands waaronder sinds 2013 Laughing Bastards.

De bastaardmuziek van Laughing Bastards wordt gebracht door Jan-Sebastiaan Degeyter op gitaar, Michel Mast op tenorsax, Eline Duerinck speelt de cello, de contrabas wordt beoefend door Anneleen Boehme en Marcos Della Rocha op de drums.

Michel Mast staat ons te woord en laat ons meekijken in zijn muzikale wereld. 

Foto: Jan Gitanes for Motherlove Music. (Facebook Michel Mast)

Hoe zou je jullie muziek omschrijven?

Michel: “Onze roots liggen in de jazz: De improvisatie, de arrangementen, de harmonische context. Het is moeilijk om dit in één bepaalde richting te herleiden, maar de jazz bindt ons wel. Jazz heeft zoveel invloeden opgenomen dat het op zich minder inhoud heeft, maar het blijft een eigen community met een eigen circuit.”

Je zegt: ‘onze roots’, over wie heb je het dan?

Michel: “Laughing Bastards is begonnen met drie muzikanten, een sax, gitaar en een contrabas. Met deze bezetting maakten we één cd. Later voegden we daar een drummer aan toe. Dit was eerst Lander Gyselinck, daarna Casper Van De Velde. Met ons vier namen we een tweede cd op. Uiteindelijk zijn we nu met vijf en hebben twee dames ons vervoegd. De bezetting bleef hetzelfde en er kwam nog een cello bij. De bassiste is momenteel Anneleen Boehme en de celliste is Eline Duerinck. Waar we gaan eindigen, dat weten we nog niet (lacht).”

 

“We ontwikkelden een zeer specifieke sound die we omzetten in nieuwe bezettingen en dus nieuwe muzikanten nodig hadden.”

 

Waar hebben jullie elkaar leren kennen? 

Michel: “De kern van de groep zijn de gitarist en mezelf. Wij leerden elkaar kennen op jamsessies en in de muziekschool. Dat is trouwens het positieve aan die jamsessies, het is een bron van talenten en ontmoetingen waar je heel wat nieuws kan ontdekken. Op dat moment concentreerden en verdiepten we ons op muziek van de jaren 50. Dit namen we eerst heel letterlijk, later sprongen we er iets vrijer mee om. Zo ontwikkelden we een zeer specifieke sound die we omzetten in nieuwe bezettingen en dus nieuwe muzikanten nodig hadden.”

Hebben jullie allemaal een geschoolde opleiding?

Michel: “Iedereen heeft conservatorium gedaan met uitzondering van mezelf. Ik ben autodidact. Ik probeer wel bij te benen op mijn gevorderde leeftijd. Zelf ben ik wel al 50 jaar bezig met muziek en speel ik saxofoon. Ik volg ook pianolessen en heb nog klarinet gespeeld, maar daar kom ik niet mee buiten. Ik probeer mij te concentreren op hetgeen ik minst slecht kan (lacht).”

 

“Ik luister nooit naar mijn eigen muziek, misschien heel soms om iets op te zoeken, maar anders nooit. Ik vind het heel confronterend.”

 

Hoe beginnen jullie met het maken van muziek?

Michel: “Iedereen brengt nieuw, origineel materiaal aan. We passen het ‘try and error’-systeem toe en dat is heel interessant. Merken we dat er potentieel in zit en dat het goed is, dan diepen we het uit. We behandelen dit zoals een coherente spirit van soorten stukken en blijkbaar heeft dat toch zijn effect gehad. We kregen een recensie in een Amerikaans magazine en daarin staat dat de eenheid van onze LP enorm aanwezig is, ondanks de verscheiden stukken.

Met Laughing Bastards maken we nu het derde album. Zelf ben ik ook al twintig jaar lid van Flat Earth Society en hiermee maakten we ongeveer twintig albums. Ik zit dus met een hele stapel muziek thuis.”

Luister je dan ook naar je eigen muziek?

Michel: “Nee, nooit. Misschien heel soms als ik iets moet opzoeken, maar anders echt nooit. Ik wil dat ook helemaal niet horen (lacht). Ik kan het moeilijk uitleggen, maar ik vind het heel confronterend dus vermijd ik het.”

Waar halen jullie je ideeën, inspiratie vandaan?

Michel: “De kapstok bij ons laatste album was een aantal covers van mensen die ooit belangrijk geweest zijn voor de muziekwereld en die wat in de vergeethoek zijn geraakt of onderschat zijn. De inspiratie voor het laatste album was bijvoorbeeld John Lurie. In de jaren 90 was hij hip, maar is dan volledig uit de circulatie verdwenen. Van hem hebben we twee stukken aangepakt en er ons eigen ding van gemaakt. Nog zo’n voorbeeld is Carla Bley. Rond beide hebben we ons geïnspireerd om dan uiteindelijk zelf materiaal aan te brengen.”

Hoe gaat dat dan precies?

Michel: “Eigenlijk zitten wij allemaal samen naar hen te luisteren. We luisteren, analyseren, passen aan, orkestreren, arrangeren, repeteren en amuseren ons. Dit is met vallen en opstaan.

Binnen ons album zijn er drie covers die de aanleiding geweest zijn om aan te vullen met eigen materiaal.”

Repeteren jullie regelmatig?

Michel: “We repeteren in functie van wat er komt. Momenteel ziet het er jammer genoeg wel naar uit dat dit allemaal geschrapt zal worden door het coronavirus. Wij hadden bijvoorbeeld Jazz Cats in Kortrijk en waren geïnviteerd in Budapest in een hele belangrijke club in juni. Geen idee of dit nog zal doorgaan, waarschijnlijk wordt dit dan verlengd en hebben we een leuk vooruitzicht.”

Jullie bandnaam, Laughing Bastards, vanwaar komt de inspiratie?

Michel: “Daar ben ik verantwoordelijk voor. Bastaards zijn, dat vind ik eigenlijk een compliment. Als je het medisch bekijkt dan is de inteelt niet zo goed, dus is het vermengen van bloed een goede zaak, al breken we hiermee wel de wet. Dat is een beetje de metafoor van de muziek die we brengen. Het is het resultaat van alle muziek in de wereld waarmee we onwettige affaires hebben mee gemaakt. De ‘Laughing’ is omdat we dit positief bekijken.”

Wat was jullie beste live-performance?

Michel: “Dat is moeilijk om te zeggen. Ik vind ze allemaal leuk. Uiteraard zijn er wel optredens waar de verwachtingen groot waren en de opkomst groot was, die blijven dan ook het langst hangen, maar zijn zeker niet altijd de beste. Kleine optredens kunnen ook echt heel leuk zijn.

Een leuke anekdote is trouwens dat ik in Frankrijk moest optreden en er was geen kat komen opdagen. Alleen twee honden. Daar ga je dan filosofisch mee om. De honden zijn niet weggelopen en zijn blijven luisteren.”

Als je een radioprogramma moest samenstellen, welke drie nummers zou je dan draaien?

Michel: “De ontdekkingen die we gemaakt hebben van John Lurie vind ik echt wel de moeite om eens in de spotlight te zetten. Het is zeker niet het walhalla, maar het is zo intens, goed gemaakt en gebracht om het eens te laten horen aan de mensen die het in de jaren negentig niet meegemaakt hebben. Het is geweldige muziek en helemaal niet ingewikkeld.

Als tweede zou ik ook Carla Bley draaien. Het is fenomenaal om te zien wat zij gemaakt heeft. Ze is een magnifieke muzikante.

Om af te sluiten zou ik ook Roland Kirk willen eren. Niemand kent hem nog, maar dat is fantastische muziek. Hij was blind en stak drie of vier saxen tegelijk in zijn mond. Zo’n muzikanten wil ik echt een podium geven.”

Wat vind je het boeiendste aan de muziekwereld? 

Michel: “Ongetwijfeld het live optreden. Dat is onvergelijkbaar en veruit het beste. Je staat met vijf individuen, totaal andere achtergronden, totaal andere interesses en geschiedenissen en toch focus je op dat ene moment waar je precies hetzelfde bedoelt. Dat is mysterieus en miraculeus. Onvervangbaar.

Daarnaast is het organiseren van muziekevenementen ook wel heel leuk.”

Meer Laughing Bastards kan je ontdekken op hun facebookpagina, via hun Youtube-account en ook te vinden op spotify

 

Volg #deKoerinHuis op onze website en ontdek nieuwe muziek, krijg unieke filmtips van Ciné Rio of lees een inspirerend interview.