De grenzen opzoeken tussen architectuur en textiel

Liesbeth Henderickx is resident bij de Koer. Ze studeerde beeldhouwkunst en dat blijft nog steeds haar overkoepelend medium. Liesbeth werkt in haar vrije tijd met textiel, dat combineert ze in dit project met de harde materialen van het beeldhouwen.

 

Waarom is de Koer een goede plek voor jouw project?

De architecturale transformatie van de Koer sprak me meteen aan. Dat de koer dingen afbreekt en dan met hetzelfde materiaal iets nieuws bouwt is een raakpunt met mijn kunst. Ik werk ook altijd met puinafval. Er is hier op de koer veel materiaal beschikbaar waar ik mee aan de slag kan.

Welke soort kunst maak je?

Ik werk altijd met beeldhouwkunst, maar heb ook een achtergrond in textiel die ik nu enkel gebruik op hobby-niveau. Door mijn studie in mode zag ik verwijzingen naar textiel in oude metselverbanden, mozaïek en granito. Deze wanden, muren en vloeren deden mij denken aan grote tapijten en vloerkleden. Materialen die het interieur vormgeven niet het exterieur. Ik heb vooral een fascinatie voor de traditionele materialen toegepast binnen de architectuur. Ik werk met steen en beton en ben geïnteresseerd in de relatie daartussen. Nu heb ik een manier gevonden om mijn fascinatie voor textiel te mengen met de materialen waarmee ik graag werk.

 

“Dat de koer dingen afbreekt en dan met hetzelfde materiaal iets nieuws bouwt is een raakpunt met mijn kunst.”

 

Hoe combineer je twee zaken die zo ver uit elkaar liggen?

Ik stel mij de vraag welk gevolg het verschuiven van technieken op materialen heeft, specifiek het toepassen van textieltechnieken op architecturale materialen. Met het idee dat architectuur veel invloed heeft gehaald uit textiel ben ik beginnen haken. Dat doe ik op een heel speciale manier, namelijk met stenen. (lacht) Vroeger werd dat al met glasparels gedaan rond een draad, en dat werden dan sieraden. Daar ben ik mee begonnen in mijn atelier, maar met stenen. Daar ben ik tot vandaag nog mee bezig: heel veel verschillende textieltechnieken toepassen op constructie materiaal. Zowel composiet als natuursteen als aardewerk.

Wat haak je met stenen?

In mijn atelier wordt het momenteel een heel grote ketting. Bij de Koer wil ik iets maken dat ook een functie kan hebben, bijvoorbeeld een gordijn dat kan bewegen. Iets van textiel, maar het moet ook passen binnen de architectuur van het gebouw. Eerst dacht ik aan een soort van arcade die ik zou kunnen gebruiken als poortopening. Ik wil iets duurzaam dat geïntegreerd wordt bij de Koer, maar niet te dominant aanwezig is.

Hoe verloopt het proces van jouw kunst?

Er is zowel een fysiek en technisch proces waarbij ik verschillende technieken op steen toe pas, momenteel is dit heel gefocust op textieltechnieken en patronen. Ook is er een onderzoekend proces die het uiteindelijke sculptuur zijn vorm en bredere context geeft. De bakstenen moeten eerst gedraaid worden, tot het er bijna uitziet als een parel. Dat is een lang proces en daarvoor moet ik een soort van fabriekje opstarten. Haken is normaal iets heel gezellig, maar op zo’n grote schaal en met het materiaal dat ik gebruik is het intensief werk. Je kan het aanleren aan andere mensen, het is heel simpel. Eens je met het haken weg bent, kan je het blijven doen.

Hoe ben je op het idee gekomen om dat te doen?

Ik wil heel graag de contradictie tussen het interieur en het exterieur eens openbreken. De vreemde combinatie van het zachte haken met het bewerken van stenen. Wanneer textiel een mogelijks vertrekpunt is van waaruit architectuur is ontstaan, keert dit mijn perceptie binnenstebuiten. Interieur, exterieur, verticaal en horizontaal worden met elkaar verbonden.

Is duurzaamheid een belangrijk kernpunt bij het maken van je sculpturen?

Ik vertrek altijd met materialen die er al zijn. Normaalgezien haal ik mijn stenen bij bedrijven die het puin verzamelen van gebouwen die worden afgebroken en zij sorteren dat dan. Soms heb ik daar wel een raar gevoel bij omdat ik merk dat mensen dat absurd vinden. Mensen bij het betonbedrijf vragen dan verbaasd ‘voor wat ga je dat gebruiken?’, dan zeg ik gewoon ‘het is voor een kunstproject’ (lacht).

 

 

“De vreemde combinatie van het zachte haken met het bewerken van stenen.”

Wat hoop bij de Koer te bereiken?

Ik vind het vooral belangrijk dat ik een deel van de plek kan uitmaken op lange termijn. Ik hoop dat ik iets blijvend kan maken dat ook écht een nut heeft. Ik zou graag hebben dat ik in vergelijking met het werk in mijn atelier meer aandacht aan het maakproces kan besteden. Binnen het kader van het residentie programma wil ik onderzoeken  of mijn proces ook kan toegepast worden als een architecturale integratie. Waarbij de nieuwe gehaakte constructie als structureel ornament kan verwerkt worden in de site van de Koer.